vrijdag 27 april 2012

Leerstof in 5 en 6



Omdat ervolgende week maar 3 dagen school zijn, is er een werkbrief voor 2 weken. De werkbrief van deze week loopt dus nog verder naar volgende week. De werkbrief wordt dus pas volgende week vrijdag meegegeven.


Rekenen
5 en 6
* Bruto, tarra en netto kwamen nog eens bod. Eenmaal de kids de termen kunnen uitleggen, vormt deze leerstof weinig tot geen problemen.
* Schaalberekening: de schaal kan op verschillende manieren genoteerd worden (1:1200, 1/1200, 1 op 1200, ...)
Het is belangrijk dat de kinderen de schaal kunnen interpreteren als 1 cm op mijn blad is in het echt 1200 cm.
Daarna zijn het de omzettingen die belangrijk zijn. bv. als de schaal 1:4 000 000 is, dan is het handig dat ze de 4 000 000 cm omzetten naar 40 km.
De volgende stap is dat ze een afstand op de kaart meten. bv. de afstand van Brussel naar Oostende is op de kaart 6cm en de schaal is 1:1 800 000.
Dus als 1 cm = 18 km, dan is 6 cm 108 km.

* De tijdsbegrippen: de begrippen: jaar, schrikkeljaar, eeuw, ... werden herhaald.

* De functie van getallen: een getal kan verschillende functies hebben: meestal geeft een getal een hoeveelheid weer --> in de klas zitten er 23 kinderen. Hoeveel kinderen? 23
Een natuurlijk getal kan ook nog gebruikt worden als rangorde. We zitten in het vijfde en zesde leerjaar.
Het hoeveelste? vijfde en zesde.
Daarnaast kan een getal ook nog een code zijn (een postcode, een telefoonnummer, code van een kluis, ...)

* De structuur van 10 miljoen: 1 574 586 kunnen lezen en in de tabel noteren.

* De oppervlakte van een driehoek berekenen: bij het berekenen van de oppevlakte zoeken we eerst de oppervlakte van een rechthoek (elke driekhoek is eigenlijk een halve rechthoek).
Daarna moeten we ons resultaat delen door 2.
Het is belangrijk dat we de basis en de hoogte van de driehoek juist bepalen. De hoogte moet loodrecht op de basis staan en naar het tegenoverliggende hoekpunt lopen.

6
* Volume: we bekeken de inhoud van een balk en een kubus.

Taal
* De werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd kwamen opnieuw aan bod.
* Er werden een heleboel onthoudwoorden ingeoefend.

--> De resterende tijd konden de kinderen oefenen op de woorden waarvan volgende week groot dictee is. Alle moeilijkheden die ze moeten kennen staan in hun spellingsboek (van pagina 1 tot en met 30)
Vrijdag 4 mei is er het dictee.


Geen opmerkingen: