Toets tegenwoordige tijd: donderdag 17 november
We zijn nu al een hele tijd bezig met de tegenwoordige tijd.
Het is daarbij belangrijk dat de kinderen weten wat de stam van een werkwoord is (de ik-vorm) en weten wat de infinitief is (ik kan ........)
HEEL BELANGRIJK: in de tegenwoordige tijd kan ik enkel een “t” toevoegen.
Er bestaan verschillende werkwoorden:
* Werkwoorden die gewoon geboren zijn: zonder d of t bv. werken: ik werk, jij werkt, ...
* Werkwoorden die geboren zijn met een t: deze “t” komt in elke vorm van het werkwoord terug. Bv. Zitten: als ik het werkwoord “zitten” vervoeg, vind ik altijd de “t” terug: ik zit, jij zit, wij zitten, ...
* werkwoorden die geboren zijn met een d: deze “d” komt in elke vorm van het werkwoord terug. Bv. Worden: als ik het werkwoord “worden” vervoeg, vind ik altijd een “d” terug: ik word, jij wordt, hij wordt, wij worden, ...
Ze kunnen hier altijd de werkwoordenboom voor gebruiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten