Rekenen
Deze week zijn we begonnen met de snullen.
Een snul is een Speciale NUL
Een snul is eigenlijk een overbodige nul. Die nul kan je helpen bij het maken van oefeningen, maar eigenlijk betekent hij niets. Je kan hem dus altijd weglaten zonder dat er iets verandert aan je getal.
Een voorbeeldje: duid in het volgende kommagetal de snul aan --> 0,450
De eerste nul is NIET overbodig, de laatste nul 0,450 heeft geen enkele betekenis.
Ik kan gerust ook gewoon 0,45 schrijven.
Daarnaast waren we bezig over het afronden van getallen. Dat is bij de kinderen heel vlot gegaan.
De kinderen kregen deze week ook de LVS toets van rekenen. (net zoals die van spelling)
Het was geen makkelijke toets, maar de meesten wisten zich toch uit de slag te trekken. Opvallend was dat het cijferen, zowel bij het 5e als bij het 6e, een ernstige herhaling vraagt. Doordat het cijferen bij de meesten minder goed lukte, haalde dit bij bepaalde kinderen de score naar beneden.
Het tweede opvallende waren de vraagstukken.
bv. we bereiden een maaltijd. Voor een kind rekenen we 150g vlees en voor een volwassene 300g. Hoeveel kg vlees ga ik kopen voor 2 volwassenen en 4 kinderen?
Een antwoord dat naar voor kwam was: 120kg!! Dit bewijst dat ze hun toets niet overlezen en/of niet logisch nadenken.
Er zijn dus een paar kids die wat teleurgesteld zijn, maar volgende week zullen we cijferen en vraagstukken meteen aanpakken.
Taal
We lazen de tekst uit Yeti van Vraag het aan Lisa.
We haalden er de moeilijke woorden uit. We kwamen bij woorden als gezicht (met ch), woorden als operatie (met -tie uitgesproken als -sie) en woorden als excuses (met x en c na elkaar)
We zochten ook uit wat een lidwoord was, we zochten voorbeelden van zelfstandige naamwoorden en van hoewoorden.
Volgende week oefenen we de woorden verder in.